Een thuisnetwerk aanleggen: zo doe je dat!

Als eerste duw je de trekveer met de ronde kant vooruit in de leiding. Loze leidingen beginnen vaak in de meterkast en gaan van daaruit naar alle vertrekken. Om erachter te komen waar een loze leiding uitkomt, moet je op verschillende plekken in het huis kijken of het einde van de trekveer al zichtbaar is. Als de trekveer niet in de juiste kamer uitkomt, moet je een andere loze leiding proberen. Gebruik wat vaseline om de trekveer soepel door de leiding te laten glijden.

Zit de trekveer helemaal in de leiding en komt hij op de juiste plek uit? Dan maak je de netwerkkabel stevig vast aan het uiteinde van de trekveer. Strip de kabel een stukje en bind de aders stevig vast. Voor extra stevigheid kun je een stukje isolatietape om het uiteinde van de trekveer doen. Zo kan de kabel niet van de trekveer schieten. Trek de netwerkkabel door de leiding door aan de trekveer te trekken in de andere ruimte. Gebruik niet teveel kracht om te voorkomen dat de kabel kapot gaat.
 
Let op: Wil jij een dubbele wandcontactdoos plaatsen? Dan moet je twee kabels door de leiding trekken en deze beide monteren.

De kabel is getrokken! Nu kun je de kabel met een LSA tang eenvoudig monteren op een wandcontactdoos en de kabel aansluiten op de modem. Je stript de kabel op de juiste lengte en haalt de afscherming van de kabels. Je ziet nu vier in elkaar gedraaide paren. Deze 8 aders sluit je op de juiste volgorde aan: Bruin, bruin-wit, oranje, oranje-wit, groen, groen-wit, blauw, blauw-wit.
 
Sluit jij een keystone aan? Dan is de aansluiting iets anders, omdat er aan beide kanten vier aders horen te zitten. Van bovenaf gezien is de aansluiting als volgt:
 
Links: oranje, oranje-wit, groen, groen-wit
Rechts: bruin, bruin-wit, blauw, blauw-wit
 
Met een LSA of punchdown tool zet je de kabels stevig vast en snijd je ze op de juiste lengte af. Nu kun jij de wandcontactdoos of keystone plaatsen. Gebruik een netwerktester om te controleren of de kabel goed werkt.

Om jouw computer met het bedrade netwerk te verbinden, kun je gebruik maken van kant-en-klare netwerkkabels waar al RJ45 connectoren op zitten bevestigd. Wil jij jouw kabels het liefst zelf op maat maken, heb je hele lange of heel veel kabels nodig? Dan is het handiger en voordeliger om te kiezen voor een soepele kabel op rol en deze op maat te maken. Door zelf de connectoren te monteren, bepaal jij zelf hoe lang je de kabels maakt. Zo ga je aan de slag:
 

• 1. Strip de buitenmantel van de kabel en haal de afscherming van de aders.
• 2. Haal de vier aderparen uit elkaar
• 3. Leg de aders op volgorde (van links naar rechts: oranje-wit, oranje, groen-wit, blauw, blauw-wit, groen, bruin-wit, bruin)
• 4. Plaats de aders in een kabelgeleider en steek deze in de RJ45 connector
• 5. Zorg dat de aders helemaal goed in de connector zitten
• 6. Knijp de connector stevig vast met de netwerk krimptang
• 7. Plaats de tweede connector op dezelfde manier
• 8. Test jouw kabel door deze op een kabeltester aan te sluiten
• 9. Sluit de kabel aan op je netwerk

Met een router zorg je voor een draadloos netwerk waarmee jij jouw smartphone, laptop of slimme apparaten met het internet kunt verbinden. Een router sluit je aan op de modem van jouw internetprovider. Zorg dat je weet waar de modem staat: meestal is dit in de meterkast.
 
Kies vervolgens een geschikte plek voor de router. Als de router op de juiste plek staat, zorg je voor een stabiele internetverbinding op de meeste plekken in huis. Schaf een netwerkkabel aan die lang genoeg is om de afstand van jouw modem naar de router te overbruggen. Sluit de kabel aan op één van de gele LAN poorten van jouw modem en steek de andere kant van de kabel in de blauwe WAN poort.
 
Nu kun je jouw wifi netwerk instellen. Wil je weten hoe je dat doet? Lees onze blog over wifi, zodat jouw router instellen geen enkel probleem meer is.

Je wilt jouw netwerkkabels natuurlijk niet kriskras door jouw woonkamer of kantoor hebben lopen. Sommige kabels kun je niet in de muur wegwerken. Daarom zijn er andere manieren om de kabels toch uit het zicht te houden. Je kunt lange netwerkkabels achter de plinten wegwerken. Je kunt de plint meestal eenvoudig losmaken, de kabel erachter plaatsen, en weer terugzetten.
 
Lopen jouw kabels dwars door de ruimte? Dan kun je het beste gebruikmaken van een speciale kabelgoot. Deze kun je op de vloer leggen en de kabels hier doorheen leiden. Dit is vooral aan te raden op kantoren. Zo wordt voorkomen dat mensen over kabels struikelen en blijven de kabels bovendien langer goed. Wil jij een kabel tegen de muur wegwerken? Dan is een kabelgoot voor aan de muur ideaal. Deze modellen zijn meestal wit, maar kunnen in elke mogelijke kleur geschilderd worden. Je plakt de kabelgoot heel eenvoudig op de muur waar je de kabel wilt hebben. Vervolgens leidt je de kabels door de goot en sluit je het geheel netjes af door de voorkant van de kabelgoot weer te monteren.
 
Als je kabels onder je bureau netjes wilt bundelen, kun je een spiraalband gebruiken. Deze modellen zorgen ervoor dat de kabels niet door elkaar raken en houden alles netjes bij elkaar, zodat je geen last hebt van losse snoeren onder je bureau.